voor 2 - 3 personen
Kijk voor meer informatie in de woordenlijst van ingrediënten Indonesisch - Nederlands
|
|
Verwarm de oven voor op 180 °C.
Mix met de kom van de blender of foodprocessor de sjalotjes, knoflook, lombok en kemirinoten tot een (niet te gladde) bumbu.
Meng in een kommetje de assem met 2 à 3 theelepels water tot het dunner is geworden.
Fruit de bumbu even kort aan in een scheutje olie.
Zet het vuur wat lager en voeg het assem-water toe samen met de tomatenpuree en 10 cl water.
Meng goed door elkaar.
![]() |
Voeg nu het bouillonblokje toe, djahé, kunjit, ketumbar, gula Jawa en een snuf zout.
Breng tegen de kook en zet het vuur wat lager.
Deksel op de pan en even zachtjes 10 minuten laten pruttelen.
Proef na 10 minuten of de smaak naar wens is.
Meer pit?
Voeg dan wat sambal toe.
Iets milder?
Voeg wat suiker toe of extra gula Jawa.
Neem een ovenschaal en een flink stuk aluminiumfolie.
Haal de kop van de makreel (tenzij de visboer dit al gedaan heeft) en snijd hem met een scherp mes iets verder open.
Vul de makreel riant met de bumbu en plaats daarbovenop een paar blaadjes jeruk purut (limoenblaadjes) en 1 stengel (geneusde) sereh.
Bestrijk ook de rest van de vis zodat je alle bumbu hebt gebruikt.
Vouw het folie goed dicht en zet de schaal 30 minuten in de voorverwarmde oven.
Verwijder de blaadjes jeruk purut en de sereh.
Serveer met witte rijst, acar ketimoen, gebakken uitjes en kroepoek.
Kijk voor meer informatie in de woordenlijst van ingrediënten Indonesisch - Nederlands
|
|
Alles, behalve de olie, tot een pasta wrijven
Daarna de pasta in een pannetje in de olie fruiten tot die vreselijk lekker gaat ruiken.
Vervolgens de vis goed insmeren met de bumbu, en inpakken in de aluminium folie.
Dan garen in oven die op 200 °C staat gedurende 45 minuten.