Kijk voor meer informatie in de woordenlijst van ingrediënten Indonesisch - Nederlands
|
|
Voor de ragout de kwartelborsten en -poten scheiden.
Rasp de schil van de sinaasappel en pers er in totaal 15 cl sap uit.
Snijd de paprika in dunne ringen.
Verhit boter en olie in een braadslee, bak hierin de kwartelstukjes goudbruin en haal ze eruit.
Rooster de amandelen in het frituurvet tot ze goudbruin zijn, haal ze eruit.
Fruit sjalotten en aalbessen in heet vet en blus af met balsamicoazijn, sinaasappelsap en honing.
Voeg sinaasappelschil, peper, steranijs, kaneel, laurier, kippenbouillon en kwartelpoten toe, dek af en laat 10 minuten zachtjes sudderen.
Voeg de kwartelfilets en de amandelen toe en laat nog 10 minuten op matig vuur koken. Week intussen voor de couscous de saffraan in 2 eetlepels lauw water.
Stamp de koriander fijn in een vijzel.
Snijd de ui en de knoflook in fijne blokjes en fruit ze in 1 eetlepel boter tot ze glazig zijn.
Voeg bouillon en saffraan toe en breng aan de kook.
Roer de couscous erdoor, dek af en laat 10 minuten op een zacht vuurtje zwellen.
Voeg de koriander toe en roer de rest van de boter er met een vork losjes door.
Snijd voor de wortelen op 4 cm na alle groen weg en schil de wortelen.
Breng boter, suiker en 1 snufje zout aan de kook met 10 cl water.
Voeg de wortelen toe en kook ze, afgedekt, 5 à 8 minuten op een zacht vuurtje.
Meng het zetmeel met een beetje koud water tot een gladde massa.
Voeg toe aan de ragout, breng kort aan de kook en laat 5 minuten zachtjes koken.
Breng op smaak met zout, peper en balsamicoazijn indien gewenst.
Serveer de ragout met de couscous en de worteltjes.