Kijk voor meer informatie in de woordenlijst van ingrediënten Indonesisch - Nederlands
|
|
Schil de koolraap en snijd het in dunne repen van hooguit ½ cm, een mandoline met een grote kam is hierbij erg handig.
Kook de reepjes koolraap in een laagje water in een tien minuten beetgaar.
Test zelf even, het moet niet te zacht worden.
Afgieten en uit laten lekken.
Verhit een droge koekenpan(netje).
Doe daarin de sesamzaad en bruin ze.
Dat gaat snel.
Vuur uit en eventueel het sesamzaad overhevelen in een bak.
Breng water aan de kook voor de noedels (wij gebruikten boekweitnoedels met een kooktijd van vijf minuten)
Bepaal aan de hand van de volgende handelingen wanneer de noedels in het kokende water moeten.
Verhit de wok met een fikse scheut arachideolie.
En wok de ui tot ze glazig begint te worden.
Doe de koolraap erbij, de gembersiroop, de geraspte gember, de garnalen, de kecap en de rode peper of een lik sambal (naar smaak, voorzichtig, er kan altijd meer bij, minder wordt lastig)
Meng alles goed, schep voorzichtig en goed om.
Laat een paar minuten garen – het gaat nu vooral om de garnalen.
(Misschien een beetje water erbij.)
Ondertussen de noedels afgieten en doe die bij de koolraap.
Meng.
Knijp de limoen erboven uit en schep door.
Maak de borden op en strooi er wat geroosterd sesamzaad over.
Opmerkingen
Het is wat anders dan het originele recept Wij werken voor gerechten met grote hitte altijd met arachideolie. Als je dat niet hebt, zonnebloemolie kan ook. Wij hebben boekweitnoedels met een kooktijd van vijf minuten en die moet subiet met koud water worden afgekoeld. Maar elke noedel kan, ook spaghetti. In plaats van witte ui kan ook 1 gewone ui worden genomen. Het originele recept hanteert ook bosui.
