voor 10 stuks
Kijk voor meer informatie in de woordenlijst van ingrediënten Indonesisch - Nederlands
|
|
Verwarm de oven voor op 200 °C.
Snijd de sjalotten en knoflookteentjes fijn en fruit deze een paar minuten op matig vuur in een scheut olie.
Voeg de sambal toe en fruit deze even kort mee.
Voeg toe aan het gehaktmengsel en meng door elkaar.
Voeg nu de kunjit, ketumbar en verkruimeld runderbouillonblokje toe en roer goed door het gehaktmengsel.
Voeg vervolgens de kecap manis en gula Jawa toe.
Roer alles goed door elkaar en zet het vuur laag.
![]() |
![]() |
![]() |
Week de soe-oen volgens de verpakking enkele minuten in kokend water en spoel af onder ijskoud water.
Zorg dat de soe-oen goed uitgelekt is en meng door het gehaktmengsel.
Ontdooi ondertussen de plakjes bladerdeeg.
Steek met een kommetje een ronde vorm uit het bladerdeeg.
Vul de bladerdeeg met het gehaktmengsel en vouw dicht.
Duw de uiteinden met een vork in zodat het pasteitje goed gesloten is.
Klop in een kommetje het eitje los en bestrijk de pasteitjes.
Plaats circa 20 minuten (of tot ze goudbruin zijn) in de voorverwarmde oven.