voor 2 à 3 personen
Kijk voor meer informatie in de woordenlijst van ingrediënten Indonesisch - Nederlands
|
|
Snijd de speklapjes in reepjes of blokjes en zet apart.
Snijd tevens de sjalotten grof, lente-ui in ringen en knoflook fijn.
Maak ook alvast de taugé schoon.
Verwarm olie in een wok en maak een roerei van de eieren.
Haal uit de pan en zet even apart.
Voeg wat extra olie toe aan de wok en bak de speklapjes al roerbakkend in 4 à 5 minuten rondom krokant.
Maak ondertussen de mie door deze 4 à 5 minuten te wellen in gekookt water.
![]() |
![]() |
![]() |
Voeg de garnalen, de sjalotten en de knoflook toe aan de wok en bak al omscheppend 2 à 3 minuten mee.
Zet het vuur wat lager en voeg 5 cl water toe samen met en verkruimeld (groente)bouillonblokje.
Voeg de taugé en de gesneden lente-ui toe aan het geheel.
Voeg nu ook de eiermie toe samen met het roerei.
Tot slot voeg je de sambal badjak toe samen met sojasaus en vissaus.
Even grondig mengen zodat de smaken goed intrekken.
Maak af met grof gehakte bieslook en serveer met een schijfje limoen en eventueel rode peper.