Kijk voor meer informatie in de woordenlijst van ingrediënten Indonesisch - Nederlands
|
|
Spoel de linzen in een vergiet in koud water en laat ze uitlekken.
Maak de wortelen schoon, schil ze en snijd ze in blokjes van 1½ cm.
Snijd de knoflook, uien en gember in fijne blokjes.
Rooster de komijn in een pan zonder vet.
Verwarm de kippenbouillon.
Verhit 2 eetlepels olijfolie in een grote pan.
Bak de wortelen op middelhoog vuur gedurende 8 à 10 minuten.
Voeg uien, knoflook en gember toe en bak tot ze glazig zijn.
Voeg de linzen toe, sauteer kort.
Voeg harissa en komijn toe en vul aan met kippenbouillon.
Kook de groenten op een matig vuur gedurende 20 à 25 minuten tot ze zacht zijn.
Pureer de soep zeer fijn met een staafmixer en breng op smaak met zout, peper, honing en citroensap.
Houd de soep warm.
Verhit voor de kruidenolie 5 eetlepels olijfolie in een pan.
Bak de zwarte komijnzaadjes hierin gedurende 2 à 3 minuten.
Voeg pul bever en gedroogde munt toe en doe het onmiddellijk in een kom.
Maak de bloemkool schoon, was het en verdeel het in kleine roosjes.
Verhit de rest van de olijfolie in een pan.
Bak de bloemkool op hoog vuur gedurende 4 à 5 minuten.
Voeg de yoghurt toe, breng op smaak met zout en kook al roerend 1 à 2 minuten op zacht vuur.
Pluk de dillepunten en hak fijn.
Schep de soep in kommen.
Verdeel wat van het bloemkoolmengsel over elke soep.
Besprenkel met de gekruide olie en bestrooi met dille.
