voor 8 personen
Kijk voor meer informatie in de woordenlijst van ingrediënten Indonesisch - Nederlands
|
|
Gebruik de beker van de staafmixer waarin alles fijn gehakt wordt.
Mix hiervoor de sjalot, knoflookteentjes, rode peper, kemirinoten (optioneel), kurkuma en laos tot een bumbu.
Verwijder de zaadlijsten van de komkommers en snijd in halve maantjes van ongeveer een halve centimeter.
Bak de bumbu kort aan in een scheutje olie en voeg hier vervolgens de gula Jawa (of suiker) en azijn aan toe.
Breng even aan de kook en zet het vuur zodra het kookt laag.
|
|
|
Voeg de komkommer toe en verwarm nog even kort (2 à 3 minuutjes) mee.
Voeg ook een scheutje zout toe.
Af laten koelen in de koelkast en zodra het afgekoeld is kan je het serveren.
Tip
Acar kan je weken (gekoeld) bewaren in een goed afsluitbaar potje.
|
|
Was de komkommer en snijd deze in de lengte in 4 kwarten.
Snijd elk kwart in schuine stukjes.
Pel en snipper de sjalot of de ui.
Was de lombok en snijd deze in schuine smalle reepjes.
Doe alles in een kom.
Verwarm de azijn in een pannetje en los zout en gula Jawa hierin op.
Schep de oplossing door de komkommer en laat alles enige uren intrekken.
|
Snij de komkommer, na ze goed geschild te hebben, in vier lange repen.
Verwijder het zaad en snij de repen in gelijkmatige stukken.
Doe er zout op en schud ze goed om.
Na 24 uur laat men ze goed uitlekken, doe ze in een pot en giet er de azijn overheen.
Doe ze in flesjes of goed gesloten potjes.
